Waarom deze groep in onze vereniging

  • Omdat het hier gaat om een belangrijke en vergeten groep militairen uit de Nederlandse geschiedenis. Deze groep heeft een korte maar wel een heftige tijd achter de rug.
    Binnen deze groep is het mogelijk om diverse uniformering te gebruiken. Afhankelijk van de uitbeelding.  Dit kan zowel Britse, Amerikaanse, Australische uniformering zijn in zowel Europese  als tropen uitvoering. Zelf burger kleding is mogelijk, omdat er diverse Nederlandse Commando’s zijn geweest die via het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO) in Nederland zijn gedropt om het verzet op te leiden en inlichtingen in te winnen.

Voorgeschiedenis

  • Op 15 november 1899 werd tijdens “De Boeren oorlog in Zuid Afrika” de 25 jarige journalist Winston Churchill van de krant The Morning Post gevangen genomen als hij mee reist met een militaire trein van het Britse leger. Hij wilde verslag doen van de strijd rond Ladysmith in Zuid Afrika. Deze trein hebben de Nederlandse boeren die in deze strijd verwikkeld waren met de Britten laten ontsporen. Na twee maanden weet hij te ontsnappen. Hij was zo onder de indruk van de werkwijze van deze Hollander kommando’s, zoals deze boeren zich zelf noemde, dat hij de werkwijze van deze boeren mee heeft genomen in het concept van een toen op te richten speciaal leger onderdeel. Zelfs de naam Commando werd aangenomen voor deze specialisten. Zo heeft het toch een Nederlands tintje en zijn vanaf die periode Commando’s wereldwijd niet meer weg te denken.

Geschiedenis

  • De oprichtingsdatum van het huidige KCT is vastgesteld op 22 maart 1942. Deze oprichting komt voort uit Nō 2 (Dutch) Troop van Nō 10 (Inter-Allied) Commando. Op die dag begonnen 48 Nederlandse militairen aan hun commando-opleiding in het Schotse Achnacarry. Uiteindelijk ontvingen 25 de groene baret. Zo ontstond in juni 1942 Nō 2 (Dutch) Troop , een geheel uit Nederlanders bestaande commando-eenheid onder leiding van kapitein Mulders, die werden opgenomen in Nō 10 (Inter-Allied) Commando. In het kort Nō 10 COMMANDO genoemd. In 1944 werd de Nō 2 Troop ingezet In Birma, bij de grootste luchtlandingsactie uit de Tweede Wereldoorlog, Operatie Market Garden, eind 1944 werden ze ingezet bij de bevrijding van Walcheren. 
  • Tegelijk met de Troop werd in het Verre Oosten Korps Insulinde ( K.I.) en de Netherlands Forces Intelligence Service (NeFIS) opgericht voor onder meer het verzamelen van inlichtingen en het organiseren van guerrilla-activiteiten op o.a. het door de Japanners bezette Sumatra. Na de oorlog werden beide eenheden ontbonden en gingen er vele over naar het SOP en DST. 

Naoorlogse geschiedenis

  • Een deel van het personeel van Nō 2 (Dutch) troop kwam terecht bij Stormschool Bloemendaal in Nederland. Een ander deel bij het Depot Speciale Troepen (DST, groene baretten) en de School Opleiding Parachutisten (SOP, rode baretten) in het voormalig Nederlands-Indië. Later werden de eenheden in Indië, samengebracht in het Regiment Speciale Troepen (RST, rode en groene Baretten). Begin 1950 werd dit regiment ontbonden. 
  • In 1949 ging de Stormschool Bloemendaal naar Roosendaal, waar het werd omgedoopt tot de Stormschool Roosendaal. Begin 1950 werd deze omgevormd tot het Korps Commandotroepen (KCT). Het KCT is de afgelopen decennia uitgebouwd tot een speciale eenheid, die in relatief korte tijd haar sporen heeft verdiend. De eenheid kan zich meten met de meest gerenommeerde special forces-eenheden in het buitenland.

Embleem en uniformering

  • Het Combined Operations embleem tijdens WO2 bestond uit een anker, thompson en adelaar wat stond voor ter land, lucht en ter zee. Op de schoudertitel stond Nō10 COMMANDO. Op de baret droegen ze een messing Nederlandse leeuw met de tekst NEDERLAND van het merk Gaund London en had een zwarte achtergrond van lakense stof. Verder was er een geborduurd mouwembleem met een leeuw en ook de tekst NEDERLAND. Verdere emblemen waren naar Brits model aangemaakt evenals de uniformen.
  • De emblemen van het Korps Insulinde en de NeFIS waren vaak van plaatselijk aanmaak en de uniformering waren over het algemeen in tropenuitvoering en naar Brits, Australisch maar ook US model.
  • Emblemen van het SOP en RST waren van plaatselijke aanmaak en naar hun eigen ontwerp gemaakt. De uniformering bestond in het begin van 1946 uit al het tropen materiaal wat voor handen was. Zo zijn er in het begin zelfs tropen uniformen gedragen van het Duitse Afrika Korps. Later kwam er veel uit de US depots. In 1947 werd er divers US materiaal aangekocht in Amerika door defensie voor het bedrag van f 0,10 per kilo.
  • Het huidige embleem van Korps Commandotroepen In het embleem van het Korps Commandotroepen is het Fairbairn-Sykes commandodolk afgebeeld. Deze dolk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgedeeld aan de commando’s die tegen de Duitse en Japanse bezetting streden. De wereldberoemde dolk is het symbool geworden van vele speciale commando-eenheden.

Tradities

  • Om de traditie van het Korps levend te houden, is een aantal gebouwen, kampen en inrichtingen genoemd naar locaties en personen die een rol speelden in de geschiedenis van het Korps. Bijvoorbeeld Kamp Bakhuis Rozenboom, hindernisbaan ‘Hollandia’ (op Nieuw-Guinea; waar commando’s hun para-opleiding kregen) en de touwbaan ‘Bloemendaal’ (naar de locatie van de Stormschool). 
  • Ook tijdens de opleiding wordt het traditionele korpsleven goed zichtbaar. Zo wordt de opleiding in een tentenkamp gehouden, dragen de cursisten een speciaal tenue (bestaande uit mutsdas, toggle en overall), gebeurt alles hardlopend, vindt in de laatste week een “‘afmatting” plaats en wordt dit alles beloond met de feestelijke baretuitreiking. De ‘best man’ uit de opleiding drinkt dan uit de generaal Sturgess-cup, samen met de best man uit de vorige lichting en de commandant KCT. 
  • Dragers van de groene baret dragen ook een groen koord; dit is overgenomen van het avondtenue voor officieren. 
  • Viering korpsverjaardag op 22 maart met dodenappel, waarbij alle omgekomen commando’s herdacht worden.
  • Korpskerstdiner, waarbij het kader serveert. 
  • Nieuwjaarsloop, op eerste werkdag van het nieuwe jaar.   
  • Het korps heeft vanaf WO2 een ezel als mascotte. Zijn naam is Snedder.

Historische inzetten

  • Arakan te Birma januari 1944
  • Market Garden september 1944 (Arnhem en Brabant)
  • Sumatra 1944-1945
  • Walcheren november 1944
  • Politionele Acties 1947 en 1949 (Java en Sumatra)
  • Korea 1950-1954
  • Suriname 1952-1953
  • Nieuw-Guinea 1959-1960

Recente inzetten
Deze inzetten worden niet uitgebeeld, maar zijn wel goed om te weten.

  • Provide Comfort/PC 1991 (Irak)
  • United Nations Protection Force/UNPROFOR 1994-1995 (Bosnië-Herzegovina, Srebrenica)
  • Implementation Force/IFOR 1995-1996 (Bosnië-Herzegovina)
  • Stabilization Force/SFOR 1996-1998 (Bosnië-Herzegovina)
  • Joint Command Observers/JCO 1995-2000 (Bosnië-Herzegovina)
  • Task Force Harvest/TFH 2001 (Macedonië)
  • Task Force Fox/TFF 2002 (Macedonië)
  • Int Security Assistance Force/ISAF 2002-2003 (Afghanistan)
  • Stabilization Force Irak/SFIR 2003 (Irak)
  • Ivoorkust evacuatie-opdracht (2004)
  • Field Liasion Team/FLT/SFIR 2004-2005 (Irak)
  • NLD Special Forces Task Group Orange/OEF 2005-2006 (Afghanistan)
  • Midden-Oosten evacuatie-opdracht (2006)
  • NLD Special Forces Task Group Viper/TFU/ISAF 2006-2007 (Afghanistan)
  • NLD Special Operations Task Group/TF-55/ISAF 2009-2010 (Afghanistan)
  • NLD Special Operations Land Task Group (SOLTG) “Scorpion” (Mali)
  • Diverse onbekende operaties verder in de wereld.